headerfoto headerfoto
 
Leden

Op de middenstip: Eef Gorter! – the extended edition

Nieuws afbeelding 20 mei 2019
Een ‘wijkagent’ met hart voor de HVA!

Vele exceptionele vrijwilligers zijn al eerder uitgelicht in deze rubriek. Leden die het verschil maken voor onze vereniging, voor ons allen. Veelal niet in de spotlight, maar hun inzet is daar zeker niet minder om. ‘Dat zijn de mensen waar ik ongelofelijk veel respect voor heb’, stelt onze vrijwilliger van deze editie. ‘Ik was natuurlijk nog redelijk zichtbaar en kreeg heel direct reacties op wat ik deed; dat is toch anders’, vervolgt hij.

Zichtbaar was hij zeker. Maar als je ook maar even beseft wat hij de afgelopen jaren voor onze club heeft gedaan, dan wordt duidelijk dat ook voor hem geldt dat het overgrote deel van zijn inspanningen zich buiten het gezichtsveld van de meeste leden heeft afgespeeld.  

We hebben afgesproken in De Eendracht. Later blijkt dat hij hier de afgelopen jaren ook regelmatig ‘kantoor heeft gehouden’ voor onze vereniging. Bij binnenkomst oogt hij dan ook zichtbaar op zijn gemak, ontspannen gezeteld in een leren fauteuil in de hoek, met zijn trouwe metgezel Hope aan de voeten. Een sfeervol aangezicht, dat even het gevoel geeft op bezoek te zijn bij de Godfather van de HVA, die bij wijze van een gunst ruimhartig heeft toegestemd in dit interview. Wie deze vrijwilliger van de absolute buitencategorie is? Gorter, Eef Gorter! Vader van Stijn (JC1), Anniek (M8E1) en man van Liesbeth (van Dijk), die hem recentelijk binnen huize Gorter voorbij lijkt te zijn gestreefd in de hiërarchie van het hockey, door op het hoogste landelijke clubniveau actief te worden, als manager Dames 1 van Pinoké.

Waar te beginnen?
Na zo’n 5 jaar in het bestuur van de HVA gezeten te hebben – al vrij bijzonder, daar er eigenlijk 3 jaar voor staat – heeft hij eind vorig jaar het stokje van bestuurslid Technische Commissie overgedragen. Wat vraag je aan iemand, die zoveel te vertellen heeft? Wat hem heeft gedreven om jarenlang zo’n 20 uur per week (!) voor de HVA actief te zijn? Waar hij het meest trots op is? Of waar hij nog steeds door geraakt wordt als hij eraan terugdenkt? En … welke ontwikkeling hij zélf heeft doorgemaakt? Natuurlijk, dat alles. En meer. Maar laten we beginnen bij hoe het allemaal begon – in vogelvlucht. 

Allereerst zijn hockeycarrière in een notendop: ‘Op mijn 6de ben ik begonnen met hockey. Eerst in Wageningen, later bij Klein Zwitserland en vervolgens bij De Kieviten in Wassenaar. Tijdens mijn studie ben ik gestopt. Na zo’n 15 jaar niet gehockeyd te hebben, zijn we in 2007 in Abcoude komen wonen. Toen ben ik een keer meegegaan naar Trimhockey en uiteindelijk in Veteranen A terecht gekomen. Al met al ben ik gewoon niet zo’n goede hockeyer’, sluit hij af.

Na 3 maanden mocht ik mijn eerste oefening doen …
Net zo soepel als de overgangen in zijn hockeyende loopbaan, lijkt hij van het een in het ander gerold als het gaat om zijn activiteiten voor onze HVA. ‘Toen Stijn destijds startte met hockeyen, ben ik begonnen met het assisteren bij de trainingen aan de F-jes. Omdat ik veel vanuit huis werkte, voor een Amerikaans bedrijf, was dit goed te doen’, licht hij toe. ‘In het begin mocht ik eigenlijk niets, maar na 3 maanden mocht ik mijn eerste oefening doen van Maarten’, voegt hij daar vrolijk aan toe.
‘Uiteindelijk heb ik 4 jaar de E-tjes en F-jes training gegeven. Na de eerste anderhalf jaar werd me gevraagd of ik coördinator van de F-jes wilde worden; toen ben ik toegetreden tot de Technische Commissie.’ En alsof het allemaal de gewoonste zaak van de wereld is, vervolgt hij: ‘Guus Overdijkink was destijds bestuurslid. Samen met hem ben ik vervolgens binnen het bestuur de TC gaan doen. Guus deed meer de hockeykant – visie op het beleid, etc. – en ik vooral de organisatorische zaken, rond de afdelingsleiders en coördinatoren.’

Voorzitters kwamen en gingen …
Waar de meeste bestuursleden, inclusief de voorzitters, doorgaans een termijn van 3 jaar de club dienen, heeft Eef het zo’n 5 jaar volgehouden, waarbij er de eerste 4 jaar gemiddeld 20 uur per week in ging zitten. Zelf maakt hij het klein: ‘Dat lijkt misschien allemaal heel lang en veel, maar het was vooral ook heel leuk. Het gaf me energie en ik deed het met plezier. Daardoor was het eigenlijk geen opgave.’ Vanwege zijn grote betrokkenheid en drive, heeft hij uiteindelijk met drie voorzitters in het bestuur gezeten: Jan Duijsens, Jeroen van Meerten en Casper Heijsteeg, de huidige voorzitter.

De adviZeur is gebleven  
Ook na zijn vertrek uit het bestuur, is Eef nog steeds actief voor de club. Officieel nog binnen de TC, in de rol van categorieleider Senioren (met name H1/D1), Veteranen en Trim. ‘Daarnaast ben ik altijd nog beschikbaar voor speciale projecten en natuurlijk als ‘adviZeur’,’ voegt hij daar grijnzend, op z’n Eefs, aan toe.

Van … het gaat allemaal best, naar … wat kan er beter?
Als je Eef hoort vertellen, dan is er ongelofelijk veel om trots op te zijn. Als een van de belangrijkste ontwikkelingen die hij met het bestuur in gang heeft gezet, noemt hij het beleidsplan en visie-stuk HVA 2020. ‘Na zo’n jaar in het bestuur te hebben gezeten, kwamen we eigenlijk tot de conclusie dat alles ‘wel prima’ was, maar dat het als vereniging zowel sportief als sociaal gezien toch écht allemaal ook wel beter kon en eigenlijk moest. Vervolgens hebben we met zo’n 40 leden in werkgroepjes gekeken naar onze cultuur, organisatie en hoe we het hockeyinhoudelijk ook op een hoger niveau konden brengen. Met  duidelijke kernwaarden, een helder beleidsplan en concrete speerpunten voor de komende jaren als resultaat.‘

Geen ‘bosclub’ – wél een duidelijk perspectief!
‘Een belangrijke constatering was daarbij dat wij geen ‘bosclub’ zijn’, waarmee hij refereert aan de grote drie clubs in het Amsterdamse bos. ‘We hebben weliswaar doelen gesteld voor de eerste heren- en damesteams bij de senioren en de lijnteams bij de junioren, maar net zo goed voor alle breedte teams.’ Een ander punt dat hem zichtbaar aan het hart gaat en hij derhalve nog even expliciet benoemt, is de aandacht voor onze vrijwilligers. ‘Het belangrijkste is dat onze vrijwilligers niet het gevoel hebben dat ze ‘moeten’ of dat ze, als ze eenmaal een rol hebben aanvaard, ‘er niet meer vanaf komen’. In dat laatste geval, als mensen te lang blijven zitten, vullen ze vaak hun rol nog wel in, maar het plezier wordt dan logischerwijs steeds minder en het resultaat blijft dan steken op een ‘onderhoudsniveau’. Daar is niemand bij gebaat. Vanuit onze HVA 2020-visie, streven we dan ook een meer planmatige aanpak na. Met duidelijke rolomschrijvingen, zodat men altijd weet waarvoor men kiest. Door mensen te verleiden tot een eerste stap en laagdrempelig te laten ontdekken welke rol bij hen past. En te werken met groeipaden, waarin onze vrijwilligers zich steeds verder kunnen ontwikkelen. Je zou kunnen spreken van een ‘vrijwilligers life cycle’. De vrijwilligerscommissie doet dit fantastisch, juist door mensen hun beperkingen in bijvoorbeeld tijd heel serieus te nemen en gewoonweg te kijken wat er wél zou kunnen en passen.’ De overtuiging van Eef is daarbij duidelijk: ‘Uiteindelijk vindt iedereen het leuk om een steentje bij te dragen; dat hoeft ook lang niet altijd een menhir te zijn – vele kiezels maken immers al een prachtig grindpad.’ 

Over de vraag wat hem gedreven heeft om zijn eigen rol(len) voor de HVA zo lang en zo intensief in te vullen, moet hij even nadenken: ’Tja, ik denk dat ik een van ‘die gekken’ ben, de groep mensen die zich verliest in iets. Omdat je het belangrijk vindt. Omdat je het fijn vindt om resultaten te boeken, te oogsten. De tijd die erin gaat, dat is niet bewust, niet logisch te verklaren.’

En het resultaat?
‘Mede door een sterk verhoogd TC-budget, kwamen betere trainers en materialen binnen bereik en hebben we sportief gezien op alle fronten de weg naar boven weten te vinden. Zowel voor de lijn-teams, alsook voor de breedte teams. Want voor die laatste groep is het net zo belangrijk om goede trainingen te krijgen. Dat verhoogt de opkomst bij de trainingen zelf en uiteindelijk ook het spelplezier,’ zo stelt Eef vast. 

Verder goed om hier te vermelden dat in zijn voorlaatste bestuursjaar zowel Heren 1 als Dames 1 kampioen zijn geworden, toch wel een unicum. En ook bij de junioren speelt Abcoude hoger dan ooit tevoren. Zo speelt Jongens B1 dit jaar voor het eerst Super B en de Jongens C1 in de IDC, waar beide zich direct kunnen meten met de hoogste teams uit, jawel … ‘het bos’. Eef daarover:
‘We zien dan ook dat de uitstroom van talentvolle jeugd naar de grote Amsterdamse clubs minder is geworden: ze blijven vaker en langer! En … van de 24 districtsjongens komen er nu maar liefst 3 uit Abcoude. Dat heeft allemaal te maken met het stellen van doelen én het opvolgen daarvan.’ 

Wat Eef ook ongelofelijk aan het hart gaat en waar hij trots op is, dat zijn de ontwikkelingen in het selectiebeleid: ’Het hele proces van beoordelen en selecteren is beter geworden; eerlijker, doordat we bijvoorbeeld  ouders hun eigen kinderen niet laten beoordelen, transparanter ook, doordat alles nu veel beter wordt gedocumenteerd. We hebben ook spreekuren toegevoegd, ten behoeve van de openheid. Daarbij is het fijn om te zien dat er de laatste keer nog geen 10 gesprekken zijn geweest op ruim 650 kinderen.’  

Daarnaast gaat het de afgelopen jaren ook heel goed met het op een natuurlijke manier invullen van de vrijwilligersrollen: ‘We zien eigenlijk nauwelijks nog vacatures die lang open blijven staan. En eigenlijk lijkt alles te functioneren op een hoger plan, doordat iedereen zijn rol met enthousiasme vervult.’ 
Ook op materialen gebied zijn mooie stappen gezet. Zo zijn de tenues tegenwoordig van The Indian Maharadja (IM), zien veel teams er strak uit met rugnummers en is er ook goed geïnvesteerd in de keepersuitrustingen. En oh ja, er is de afgelopen jaren ook ‘en passant’ nog een nieuw waterveld neergelegd. Dus mocht iemand zich afvragen waar nu toch al die uren van Eef en de andere bestuursleden in zijn gaan zitten … 
Wat nog niet gelukt is en écht nog moet gebeuren? Daar hoeft Eef niet lang over na te denken: ‘Een nieuw clubhuis! Daar waren al ideeën over, maar die hebben geen doorgang kunnen vinden. Dat zou ik graag nog gerealiseerd zien.’ 

Bloed, zweet en … tranen!
Dat Eef een van die vrijwilligers is van de absolute buitencategorie, mag duidelijk zijn. In tijd, in drive en ‘getting things done’. Maar hoe betrokken je ook bent, er komt altijd een moment om te stoppen. En soms komt dan alles bij elkaar.

‘Abcoude, Heren 1. Na al decennia lang in de 3e klasse te hockeyen, was er vorig jaar een beslissende wedstrijd tegen FIT, thuis, op Abcoude.  Het was nog zo’n 4 of 5 wedstrijden voor het eind. En als we die zouden winnen … Hans (Oostindie) en Liesbeth waren er ook. Na een hele spannende wedstrijd werd het 4-2. Abcoude won! Op de een of andere manier voelde dat als een ongelofelijke ontlading; een natuurlijke afsluiting van mijn 5 jaren ervoor. Hans keek me aan en voeg: ‘Zat je nou met tranen’?’

Milder
Als misschien wel de belangrijkste ontwikkeling die hij zelf heeft doorgemaakt, noemt hij dat hij milder is geworden. ‘Als ik terugdenk aan de F-jes, dan was ik zó fanatiek. Daar ben ik een stuk genuanceerder in geworden. Het moet bij de jeugd, vooral jonge jeugd niet gaan om het winnen, maar om het opleiden. En iedereen moet op zijn eigen niveau eruit halen wat erin zit, wat dat dan ook is. Dat kan sportief zijn, maar zeker ook qua gezelligheid.’

Scheids!
Eef is drie jaar geleden zelf gestopt met hockeyen: ‘Deels ingegeven door rugklachten, maar eigenlijk vond ik mezelf ook niet meer goed genoeg,’ voegt hij daar met een glimlach en op berustende toon aan toe. Direct aansluitend op het stoppen met hockeyen, is hij gaan fluiten. Om vervolgens in no time bondsscheidsrechter te worden: ‘Het is super leuk om op je 43/44ste iets helemaal nieuws te gaan doen.’ En … het lijkt hem ook op het lijf geschreven. 

Mocht de NPO nog een keer een sportief hockeyformat zoeken, dan zou ‘Fluiten met Eef’ zeker een instant hit zijn. Als je aan de kant staat en Eef is ‘de bondsscheids’, dan voelt dat alsof je met Ellie Lust op Patrouille bent. Wat hem zo aantrekkelijk maakt in die rol? Hij is uitgesproken, helder en extreem ‘straight’.  En o ja, hij ziet het gewoon ook goed, léést het spelletje én zeker ook de sfeer die rond de wedstrijd hangt – zowel op als om het veld. Hij heeft dan ook een duidelijke visie: ‘Ik zie het vooral als het managen van gedrag. Hoe gaan de spelers, coaches en soms ook de ouders om met spanningen en frustratie. Natuurlijk moet je optreden waar nodig, maar het doel is vooral om het met elkaar gezellig te houden.’ Misschien is dat wel Eef ten voeten uit: gedreven vanuit een dominant integriteitsgen en uiteindelijk altijd gericht op harmonie. Of zoals hij het zelf zegt: ’Aan mij is een goede wijkagent verloren gegaan’.


Contact

Adres
Ruwelspad 3,
1391JA Abcoude
0294-284070

Postadres
Postbus 107,
1390AC Abcoude

Bank gegevens
Bankrekening :
NL19ABNA0587009977 Contributierekening :
NL98ABNA0587037849